Home » Verschil Kung Fu en Wing Chun

Verschil Kung Fu en Wing Chun

Op deze pagina leggen we je in twee afzonderlijke gedeelten het verschil tussen Kung Fu en Wing Chun uit. Beide sporten zijn in China ontwikkeld en worden al eeuwenlang beoefend.

 

Kung Fu

Kung Fu is een eeuwenoude Chinese krijgskunst. Het staat voor “vaardigheid” en het is voornamelijk een vechtkunst in plaats van een vechtstijl. Je kunt door Kung Fu te beoefenen je lichaam en geest trainen. Daardoor ben je in staat om jezelf enorm veel vaardigheden aan te leren, zowel interne als externe vaardigheden. Zo leer je bewuster te worden van de omgeving, goed waar te nemen, sterker worden (ook mentaal), sneller en leniger te worden en al deze vaardigheden tezamen maken je zelfbewuster en zelfverzekerder. Dit alles kan je bereiken door je lichaam en geest met regelmaat te trainen. Kung Fu is een verzamelnaam voor alle Chinese martiale kunsten, waaronder dus ook Wing Chun behoort. Sommigen denken dat Kung Fu min of meer staat aan zelfverdediging. Dat is niet zo. Er komt binnen Kung Fu veel meer kijken dan dat! Wel is het natuurlijk zo dat mensen die Kung Fu beoefenen goed in staat zijn om zichzelf te verdedigen. Je leert o.a. allerlei stoten, trappen, afweringen, klemmen en worpen aan. De gevorderde beoefenaar leert deze te combineren. Soms spar je met anderen maar de meeste tijd wordt gespendeerd aan het perfectioneren van de bewegingen. Door met anderen te sparren, leer je om sneller te reageren.

 

Wing Chun

Wing Chun is eigenlijk meer een gevechtswetenschap dan een vechtsport. Het is één van de vele stijlen binnen Kung Fu die in de loop van de eeuwen is doorontwikkeld tot dat wat het nu is. Deze stijl is door monniken ontwikkeld in de bekende Shao Lin tempel, in China. Het was een zeer effectieve manier om zichzelf te kunnen beschermen en werd in vele oorlogen gebruikt. De vechtsport is voor iedereen geschikt, het maakt niet uit hoe klein of licht je bent. Wing Chun is de enige vechtsport die is gebaseerd op wetenschap. Zo leert men om precies de juiste hoeveelheden energie te gebruiken om aan te vallen. De beoefenaars zelf blijven volledig ontspannen. Kenmerkend voor Wing Chun is de afstand waarop gewerkt wordt. Men kruipt zo dicht mogelijk tegen de aanvaller aan, waarbij men de aanvaller torpedeert met snelle stoten en trappen. Daarbij kiest men voor razendsnelle positiewisselingen en standen. Waar men bij de meeste Kung Fu stijlen min of meer vecht vanuit de dekking, leer je bij Wing Chun om juist razendsnel aan te vallen als je zelf aangevallen wordt.

Plaats een reactie